Het Nalibokiwoud


Het Nalibokiwoud bevindt zich in het westen van het uitgestrekte Oost-Europese laagland en behoort tot het huidige Wit-Rusland. Het ontleent zijn naam aan het gelijknamige dorp aan de oostrand van het gebied. De oostelijke uitlopers van het woud bevinden zich op 40 km van de hoofdstad Minsk. Het gebied is zo’n 2750 km2 groot (grootteorde van een Vlaamse provincie), daarvan is 83% bebost. De overige 17 % bestaat uit open plekken van diverse aard en oorsprong: moerassen in riviervalleien, beversites, verlaten turfontginningen en verlaten of semi-verlaten grasland. De meerderheid van die open plekken wordt niet meer gebruikt door mensen. Actieve landbouw beperkt zich tot 1,7 % van het gebied. Het gebied is bijzonder waterrijk en bestaat uit een mozaïek van bossen, moerasbossen en moerassen, doorspekt met talrijke rivieren en kanaaltjes. De grote Nioman rivier met zijn brede overstromingsvlakte vormt de zuidwestelijke grens van het gebied. De Biarezina meandert zich 80 km lang een weg dwars door het woud. De mooiste oerbosfragmenten bevinden zich langs deze rivier. Daarnaast zijn er tal van kleinere rivieren waarvan de Volka, de Islach en de Vusa de belangrijkste zijn. Een aantal kleinere rivieren werd gekanaliseerd.

Arme zandgronden en veenbodems zijn de meest courante bodemtypes in het grootste deel van het Nalibokiwoud, zij worden er afgewisseld door alluviale bodems langs de rivieren. Enkel in de noordwestelijke en noordoostelijke uithoeken vinden we overwegend rijkere bodems met een relatief grote kleifractie. Toch zijn er ook in het deel dat overwegend uit zandbodems bestaat plekken waar de bodem lokaal rijker is, resulterend in een boeiende mozaiëk van bostypes.

Het klimaat kan omschreven worden als koel gematigd met koude winters. Geografische ligging en klimaat zorgen er voor dat het Nalibokiwoud zich in de overgangszone tussen het gematigde loofwoud en het boreale naaldwoud bevindt. Deze overgangssituatie zorgt voor een bijzonder interessante mix aan fauna en flora.

Bossen

De meest voorkomende bostypes zijn dennenbossen en elzenbroekbossen, goed voor respectievelijk 40 en 27 % van de beboste oppervlakte. Verder vinden we er jonge berkenbossen, oude sparrenbossen, gemengde bossen en oude loofbossen. Het naaldhout bestaat uit Grove den en Fijnspar. Het loofhout wordt vertegenwoordigd door Zomereik, Winterlinde, Noorse esdoorn, Ruwe iep, Gewone es, Hazelaar, Zwarte en Grauwe els, Ruwe en Zachte berk en Ratelpopulier.

Verspreid over het Nalibokiwoud liggen er nog zo’n 30 km2 oerbosrelicten. In sommige stukken bedraagt de gemiddelde leeftijd van de zomereiken meer dan 320 jaar. Door de specifieke bodemomstandigheden worden de meeste eiken er echter niet veel ouder dan 400 jaar. Het aandeel dood hout is er zeer groot. De meeste oude bossen komen voor langs meanders van rivieren en als eilanden in moerassen en overstromingsvlaktes, wat ze moeilijk exploiteerbaar maakt.

Gebruiksgeschiedenis

De meeste bossen in het huidige Nalibokiwoud zijn nog vrij jong. Het woud bevond zich nochtans heel lang in een quasi ongerepte staat. Het werd eeuwenlang bewaard als favoriet jachtgebied voor koningen en hertogen in het Grootvorstendom Litouwen. De 20ste eeuw bracht hier grondig verandering in. Twee wereldoorlogen en een ongebreidelde ontginningswoede tijdens het Sovjet-tijdperk brachten grootschalige kappingen en drooglegging van moerassen en venen met zich mee. Duizenden kanaaltjes en afwateringsgrachten werden gegraven. De veengronden werden ontgonnen voor de winning van turf, de bossen moesten efficiënter geëxploiteerd worden en duizenden hectaren ontbost land moesten dienen als landbouwgrond. Dit was althans het plan. In de praktijk werden grote delen van het ontgonnen land nooit in gebruik genomen of werden de gronden binnen de kortste keren opnieuw verlaten. De natuur kon opnieuw aan haar herovering van het Nalibokiwoud beginnen!

Het hedendaagse Nalibokiwoud staat symbool voor de hergeboorte van wildernis en de kracht van natuurlijke processen en spontane dynamiek. Het woud en zijn complexe levensgemeenschap is het levende bewijs dat de natuur zich zeer snel kan herstellen en handhaven als de mens zich afzijdig houdt en de controle loslaat, op voorwaarde dat zij daar de ruimte toe krijgt. Naliboki staat voor Rewilding in de praktijk!

Fauna

Eén dier speelde een enorm belangrijke rol bij de terugkeer van de wildernis in het Nalibokiwoud: de bever. Bevers werden nooit volledig uitgeroeid in het Nalibokiwoud maar tijdens de grote ontginningen in de jaren 70 werden ze zwaar bejaagd. Naar het einde van de 20ste eeuw – een periode van maatschappelijke omwentelingen - loste de mens zijn grip en kon de beverpopulatie zich herstellen. Een dichtheid van 2-9 km kanaaltjes per km² zorgde ervoor dat de bevers tot in de diepste uithoeken van het woud konden doordringen en er ongeziene dichtheden bereiken. In de periode 2000-2010 waren er 20.000 tot 40.000 bevers verdeeld over 5000 tot 7000 beversites. Grote oppervlaktes jonge bossen op gedraineerd land werden opnieuw onder water gezet. De terugkeer van de moerassen was een feit! Een nieuwe explosie van biodiversiteit het gevolg.

Ook roofdieren zoals wolven, lynxen en recent zelfs bruine beren maakten een spontane comeback. Otter, das, boommarter, bunzing, steenmarter, hermelijn, wezel, Amerikaanse nerts, wasbeerhond en vos zijn de andere vertegenwoordigers onder de roofdieren. Met wisent, eland, edelhert, everzwijn en ree komen de vijf inheemse hoefdieren er voor.

Twintig soorten dagroofvogels (waaronder zes soorten arenden) hebben er hun broed- of overwinteringsgebied. Negen soorten uilen werden geregistreerd als broedvogel. Bosuil en dwerguil zijn de algemeenste maar ook ruigpootuil, oehoe, laplanduil en oeraluil hebben er hun vaste stek. De tien Europese spechtensoorten komen er voor. De witrugspecht - hét icoon bij uitstek van natuurlijke bossen - is er algemeen en bereikt er lokaal zeer hoge dichtheden. Enkel de Syrische bonte specht komt als cultuurvolger niet voor in het hart van het woud maar werd wel al waargenomen in de dorpen aan de rand van het gebied. De ruigpoothoenders worden er vertegenwoordigt door hazel-, kor en auerhoen. Recent werd zelfs een uitgestorven gewaande populatie van moerassneeuwhoen herontdekt. De moerasbossen en open moerassen worden bevolkt door zwarte ooievaars, kraanvogels, roerdompen, wilde zwanen, watersnippen en porseleinhoenders. Zelfs de zeldzame poelsnip komt tot broeden in de overstromingsvlaktes van de riviervalleien. De ruige graslanden zijn het domein van de kwartelkoning. Op de droge zandgronden worden de lenteavonden opgeluisterd met het mysterieuze gezang van de nachtzwaluw. Ook diversiteit aan zangvogels is indrukwekkend maar de volledige lijst met vogelsoorten opsommen zou ons hier te ver leiden... De aanwezigheid van zoveel watergebonden biotopen maakt dat het Nalibokiwoud een paradijs is voor amfibieën. De concerten van groene kikkers, boomkikkers en roodbuikvuurpadden zijn er overweldigend en adembenemend. De andere vertegenwoordigers zijn rugstreeppad, knoflookpad, groene pad, gewone pad, bruine kikker, heikikker, kleine watersalamander en kamsalamander.

Onder de reptielen noteren we ringslang, adder, gladde slang (lokaal), zandhagedis, levendbarende hagedis, hazelworm en Europese moerasschildpad (lokaal). Vooral de ringslang is alomtegenwoordig. Zowel qua aantal als biomassa is het de belangrijkste predator in het Nalibokiwoud!

Bescherming en hedendaagse bedreigingen

Het Nalibokiwoud bevat 800 km² reservaat. In dit reservaat is jacht en houtkap in principe verboden. Toch zijn er nogal wat problemen. De mooiste oerbosrelicten en de meest waardevolle oude bossen behoren niet tot het reservaat en hebben geen beschermde status. Deze prachtige bossen staan onder druk door de bosbouw die de laatste jaren moderner, intensiever en grootschaliger wordt. Aan sommige oude bossen wordt nog steeds geknabbeld.

De laatste jaren wil men in Wit-Rusland het ecotoerisme promoten. De manier waarop is echter bedenkelijk. Jacht wordt gezien als dé meest lucratieve vorm van ecotoerisme. De internationale populariteit van jachtreizen is daar niet vreemd aan. In andere delen van het land kunnen we zien tot wat dit leidt: het kunstmatig opdrijven van de wildstand door bijvoederen, het oprichten van afrasteringen, de introductie van exotische wildsoorten zoals damherten, moeflons en fazanten, het verdelgen van de grote roofdieren,... Voorlopig is het Nalibokiwoud grotendeels gespaard gebleven van deze negatieve ontwikkelingen, maar de druk vanuit de jachtlobby is permanent aanwezig.

Wij van Wild Naliboki willen daarom het team van Naust Eco Station ten volle ondersteunen en aantonen dat er ook een andere, duurzame vorm van ecotoerisme bestaat, met natuurbescherming, natuurstudie en natuureducatie als belangrijkste pijlers.

Meer lezen?

Sidorovich, V.E., 2016, Naliboki Forest: Land and Plant Communities, 410 p., Minsk, CHATYRY CHVERCI

Sidorovich, V.E., 2016, Naliboki Forest: Wild animals, 452 p., Minsk, CHATYRY CHVERCI

Sidorovich, V.E., 2016, Naliboki Forest: Historical outline and ethnographical sketch, 367 p., Minsk, CHATYRY CHVERCI