Mijn eerste bezoek aan Naliboki was in de winter van 2016, tijdens een tiendaagse ‘wildlife trip’ met een groepje vrienden, begeleid door prof. Vadim Sidorovich. De doelsoorten van de reis waren wolf en lynx, en twee van mijn vrienden hadden ook het geluk een lynx te zien. Ondanks ontelbare sporen van wolven, kregen we er geen te zien. We zagen wel ontzettend veel andere dieren, waaronder wisenten, elanden en otter, en leerden van Vadim enorm veel bij over het gebied en de lokale fauna.

Omdat ik erg gedreven was om met wolven te werken en meer te weten wou komen over deze fascinerende roofdieren, nodigde Vadim me uit om in mei terug te komen en hem te helpen met het zoeken naar wolvenpups, als onderdeel van het onderzoek naar de populatiedynamiek van wolvenroedels. Tijdens mijn verblijf in de winter had ik al geleerd dat zijn kennis van het gedrag van wolven en zijn vermogen om hun sporen te interpreteren uitermate groot is. Ik was dan ook vastberaden om zoveel mogelijk van hem te leren, en misschien zelfs voor de eerste keer in mijn leven wolven te zien. Toen wist ik nog niet dat alles waar ik op hoopte zou uitkomen. Ik werd ingewijd in het gedrag van wolven en beleefde de spanning van het interpreteren en volgen van wolvensporen, en uiteindelijk het vinden van nestsites, en zelfs wolvenpups. Spijtig genoeg was ik ook meermaals getuige van de wreedheid van de mens tegen de wolf.

In de periode voordat ik aankwam in mei had Vadim, alleen of samen met andere vrijwilligers, al een uitgebreid sporenonderzoek achter de rug. Tijdens dit sporenonderzoek wordt in verschillende wolventerritoria gezocht naar indicaties van voortplanting in de roedels. Over het algemeen kiezen de wolven in hun uitgestrekt territorium één of meerdere relatief kleine gebieden uit, de nestsites of ‘denning areas’, waar ze de pups werpen en in de eerste weken voeden en grootbrengen. Na de geboorte worden de pups meerdere keren verplaatst van het geboortenest (vaak niet meer dan een ondiepe kuil in de bosbodem) naar andere nesten (onder omgevallen bomen, in de vegetatie, in holen of burchten, ...) binnen dezelfde nestsite. Soms worden de jongen over een grotere afstand verplaatst naar een andere nestsites binnen het territorium.

Zo volgden we dan op mijn eerste dag sporen van het alfamannetje van één van de roedels, en slaagden we er in de nestsite te lokaliseren. We vonden het nest waar het alfavrouwtje pups had geworpen, en enkele andere nesten. We vonden echter geen spoor van de aanwezigheid van pups. Alles wees erop dat er een kleine worp wolvenpups was geweest, maar dat ze niet meer leefden. Later in mei bleek onze veronderstelling juist te zijn, aangezien we geen sporen meer vonden die wezen op de aanwezigheid van jongen, maar wel sporen van het alfamannetje dat alweer bezig was zijn territorium af te bakenen, ver weg van de oorspronkelijke nestsite. Dit was een zeer teleurstellende ontdekking, maar ik was toch erg tevreden dat ik Vadim zijn kennis had kunnen aanschouwen in de uitdagende zoektocht, en ingeleid te worden in het zoeken naar wolvenpups. Ik was er dan ook van overtuigd dat we nog meer nestsites en nesten zouden vinden in de dagen die volgden.

De volgende dag doorkruisten we het territorium van een andere roedel. Door het volgen en interpreteren van de sporen konden we het zoekgebied verkleinen tot twee locaties. We beslisten om te beginnen met zoeken in één van de twee: de locatie die voor wolven het minst geschikt was om te jagen omdat er maar weinig prooidieren zaten, wat het dan ook een geschikte plek maakt om te werpen en pups groot te brengen. We kwamen aan in een open dennenbos, met hier en daar een spar, en terwijl Vadim mij en de andere vrijwilligers uitlegde waarom dit nu een geschikte nestsite is, klonk er naast mij een enthousiast geschreeuw: “Wolf, wolf!” Snel keek ik op en zag nog net een wolf verdwijnen tussen de dennen in de verte. Enorm onder de indruk keken we de wolf na, tot Vadim ons bij hem riep. Op slechts enkele passen van waar we stonden, had Vadim de onderste takken van een spar opgetild en blootgelegd waar we naar op zoek waren: wolvenpups!

Een worp van negen pups lag in een open nest onder de spar, we konden onze ogen nauwelijks geloven. Om te vermijden dat de moeder de pups zou verstoten, lieten we ze verder met rust. Een interessante ontdekking aan deze worp was dat dit het bewijs was van ‘multi-breeding’: meerdere gevallen van voortplanting binnen dezelfde roedel. De wolf die we zonet hadden zien wegrennen, de moeder van de pups, leek namelijk het alfavrouwtje van de roedel te zijn, en op camerabeelden zagen we eerder al dat de dochter van het alfapaartje ook duidelijk hoogzwanger was. Dit betekende dat zowel moeder als dochter gepaard hadden met het alfamannetje. Er waren nog maar twee dagen voorbij en ik had al twee nestsites gelokaliseerd, wolvenpups gevonden en een volwassen wolf gezien… Op dit moment was ik dan ook vol vertrouwen dat tijdens die twee weken dat ik bij Vadim zou verblijven, ik meer van wolven zou leren dan ik ooit had kunnen denken.

De volgende dagen probeerden we de nestsites van de andere roedels te lokaliseren en doorkruisten we het bos, te voet en met de auto, op zoek naar sporen. We verkenden het territorium van twee verschillende roedels om uiteindelijk te ontdekken dat ze allebei waren verdwenen, vermoedelijk pas recentelijk uitgeroeid door jagers. Het verlies van een wolvenroedel, laat staan twee, heeft een ontzettend grote, negatieve, impact op de wolvenpopulatie van Naliboki. Ondanks de pogingen van Vadim om de wolven meer bescherming te bieden, lijkt dit steeds vaker voor te komen. Na deze ontgoocheling spitsten we onze aandacht toe op één bepaalde roedel en beslisten om in het dichte bos rond te kijken op de plek waar zich de meeste sporen bevonden, zonder zekerheid te hebben waar de nestsite zich exact bevond. Onze eerste zoektochten leverden niet veel duidelijkheid op, maar dankzij Vadim zijn uitstekende kennis van het bos richtten we ons op een plek waarvan hij dacht dat ze geschikt was om te dienen als nestsite. Toen we dichterbij kwamen, leken de sporen zijn vermoedens te bevestigen en niet lang nadat we bij het desbetreffende bosfragment waren aangekomen, zagen we verschillende verse sporen en uiteindelijk ook een recent gebruikte rustplaats van de moeder. We splitsten ons op en begonnen te zoeken naar nesten en verborgen wolvenpups. Na verschillende uren het gebied intensief te hebben doorzocht vonden we meerdere nesten en burchten en zelfs een plastic fles die de pups duidelijk als speelgoed hadden gebruikt, maar de pups zelf bleven onvindbaar. In één van de eerste nesten had Vadim sporen van pups in de aarde herkend en schatte hij hun leeftijd op meer dan een maand, misschien zelfs 6 weken oud. De pups waren op dat moment dus al vrij oud en tamelijk mobiel, en hebben zich waarschijnlijk gemakkelijk zelfstandig kunnen verbergen toen we aankwamen. De sporen waren zo vers dat het duidelijk was dat we ze net hadden gemist. Ondanks deze kleine tegenslag waren we opgetogen dat we een tweede succesvolle reproductie hadden gevonden in Naliboki.

We lieten deze plek voor wat ze was en concentreerden ons op een volgende roedel. Meer dan eens keerden we terug van onze zoektocht zonder de nestsite te hebben gevonden maar elke dag leerden we bij over het voortplantingsgedrag van de roedel en konden we het zoekgebied verkleinen. Het duurde niet lang voordat we verse sporen en uitwerpselen vonden, en een rustplaats van de moeder. Weer splitsten we ons op en kamden het gebied uit. De zoektocht rond deze eerste sporen leverden niet veel informatie op over recente nesten, maar er bleken zich uiteindelijk meer sporen en nesten te bevinden iets verderop. We verplaatsten het zoekgebied en kwamen tot de vaststelling dat de eigenlijke nestsite zich in een moerassig bosje bevond, vol gevallen bomen, niet ver van de plek waar we eerst zochten. De tekens van aanwezigheid van pups waren zo vers dat ze niet ver konden zijn. Na een intensieve zoektocht moesten we tot de conclusie komen dat de moeder met de pups is kunnen ontsnappen toen we vlakbij, op de foute plek, aan het zoeken waren. Hoewel het zoeken naar wolvenpups en nestsites gebaseerd is op de kennis van het gedrag van de wolven en een duidelijke methodologie volgt, is er toch steeds een grote portie geluk mee gemoeid. Hadden we minder tijd besteed op die eerste plek en sneller naar de eigenlijke nestsite gegaan, hadden we de pups waarschijnlijk wel gevonden.

Hierna spendeerden we vele dagen aan het lokaliseren van de nestsite van een roedel wiens territorium in een zanderig dennenbos gevestigd was. De sporen waren hier erg moeilijk te interpreteren en het uitgestrekte, monotone habitat maakte het niet eenvoudig om de exacte locatie van de nestsite te vinden. Na een lange tijd zagen we veelbelovende sporen, zoals verse krabsporen, die wezen naar enkele kleinere gebieden die zouden kunnen gebruikt worden als nestsite. Uiteindelijk vonden we hier een oude dassenburcht met een worp wolvenpups in. Eindelijk werden al onze inspanningen beloond! We besloten om de pups en de burcht verder niet te verstoren en vertrokken snel, om geen geur achter te laten. Op mijn laatste dag in Naliboki bezochten we de burcht opnieuw en konden onze ogen niet geloven. Een zevental diepe gaten legden de burcht bloot, en de pups waren nergens te bekennen. Voetafdrukken van laarzen waren her en der rond de uitgegraven burcht verspreid, met daarboven de sporen van de moederwolf, die waarschijnlijk achteraf de burcht heeft bezocht, op zoek naar haar pups. Dit was een duidelijk teken dat mensen, mogelijks zelfs de lokale boswachters, de pups die zich in de burcht bevonden hadden uitgegraven en meegenomen, hoogstwaarschijnlijk enkel en alleen om ze te doden. Een lange tijd stonden we daar, verslagen door deze gruwelijke vondst, en ik kon maar niet begrijpen hoe dit had kunnen gebeuren. Het is moeilijk om te vatten dat zo’n verschrikkelijke daad nog steeds kan gebeuren in deze huidige tijd, in zo’n prachtig gebied vol mogelijkheden. De verwoestte burcht lag bovendien in het deel van Naliboki dat beschermd is als natuurreservaat, waar jagen uitdrukkelijk verboden is. Hopelijk realiseert men zich gauw dat er levend meer profijt te halen is uit de wolven dan dood. Voor Naliboki en het hele ecosysteem, maar ook economisch, bijvoorbeeld door ecotoerisme. Ik hoop dus uit de grond van mijn hart dat de wolven van Naliboki in de toekomst beter beschermd kunnen worden, en dat meer mensen de opwinding en pracht kunnen meemaken die ik ervaarde in Naliboki.

Vorige Bericht Volgende Bericht